Colitis Ulcerosa
Colitis ulcerosa hoort bij de groep van ontstekingsziekte aan de darmen. Andere ontstekingsziektes aan de darmen zijn de ziekte van Crohn en twee vormen van microscopische colitis, namelijk collagene en lymfocytaire colitis.
Bij ontstekingsziektes aan de darmen is er een chronische (blijvende) ontsteking. Hoewel de ontsteking vooral het onderste deel van het spijsverteringskanaal aantast, kunnen de klachten bij deze ziektes sterk verschillen. Ook kunnen andere delen van het lichaam worden aangetast.
Definitie
De ontsteking die door colitis ulcerosa wordt veroorzaakt, zit alleen in het slijmvlies (mucosa) van de dikke darm (colon). De ontsteking begint meestal in de endeldarm (rectum) en verspreidt zich daarna door de hele dikke darm. Bij de meeste patiënten zijn alleen de endeldarm en de dikke darm aan de linkerkant van het lichaam (colon descendens) aangetast. In de aangetaste delen van de darmen komen vaak zweren voor. Patiënten met colitis ulcerosa ervaren perioden dat de ziekte actief is (opvlammingen) en perioden zonder klachten (remissies). Deze perioden wisselen elkaar af.
De precieze oorzaak van colitis ulcerosa is nog onbekend. Er wordt gedacht dat ontstekingsziektes aan de darmen ontstaan door zowel erfelijke (genetische) als omgevingsfactoren. Ook zijn het afweersysteem, de leefstijl van de persoon en de darmbacteriën (microbiota) belangrijk bij het ontstaan van de ziekte. Hoewel psychologische factoren en stress opvlammingen of verergering kunnen veroorzaken bij mensen die al aan colitis ulcerosa lijden, wordt op basis van wetenschappelijk onderzoek gedacht dat deze factoren geen invloed hebben op het ontstaan van de ziekte.
Naar schatting lijden ongeveer 500 op 100.000 mensen in Europa aan colitis ulcerosa. De ziekte komt vaker voor in de Noord-Europese dan in de Zuid-Europese landen. Hoewel de ziekte op elke leeftijd kan ontstaan, zijn de meeste nieuwe patiënten tussen de 25 en 35 jaar oud. Evenveel mannen als vrouwen krijgen colitis ulcerosa.
De klachten bij colitis ulcerosa hangen af van verschillende factoren: hoe ver heeft de ontsteking zich verspreid, en zijn ook delen van het lichaam buiten de dikke darm aangetast? De ernst van de klachten staan niet altijd gelijk aan de ernst van de ontsteking.
Eén van de meest voorkomende klachten bi colitis ulcerosa is diarree met bloed en pus, zowel 's nachts als overdag. Een andere klacht is buikpijn, vaak op een bepaalde plaats in de darmen, maar soms ook in de hele buik. De pijn kan in golven komen of blijvend zijn. Andere klachten zijn gasvorming, een constante behoefte om te ontlasten (fecale urgentie), en in ernstige gevallen koorts en gewichtsverlies. De ziekte wordt meestal langzaam erger, hoewel sommige mensen op het moment van de diagnose al aan ernstige en acute klachten kunnen lijden.
Colitis ulcerosa kan ook met zeer algemene klachten samengaan, zoals krachtverlies, vermoeidheid of minder eetlust. Als gevolg van de blijvende bloederige diarree kunnen de patiënten anemie ontwikkelen (te weinig rode bloedcellen).
Sommige patiënten met colitis ulcerosa kunnen ook klachten in andere delen van het lichaam ervaren. Deze noemen we extra-intestinale manifestaties en kunnen onder andere plaatsvinden in de lever, de galwegen, de alvleesklier, de huid, de ogen en de gewrichten. Het type en de ernst van deze extra-intestinale manifestaties gaan soms samen met de andere klachten bij colitis ulcerosa, maar dat is niet altijd het geval. Extra-intestinale manifestaties kunnen zelfs klachten veroorzaken nog voor de ontsteking van de darmen begonnen is.
De meeste problemen ontstaan bij patiënten bij wie de colitis ulcerosa zich door de volledige dikke darm heeft verspreid (pancolitis). Acute problemen zoals ernstige bloedingen of een doorboring van de dikke darm veroorzaakt door een versmalling, vragen dringende zorg, maar komen bijna nooit voor.
Vergeleken met gezonde mensen lopen mensen met colitis ulcerosa een hoger risico op het ontwikkelen van dikke darmkanker. Het risico neemt toe als de ziekte eerder begint, langer duurt en zich verder verspreidt. Daarom moeten patiënten die al 10 tot 15 jaar aan colitis ulcerosa lijden regelmatig op dikke darmkanker worden onderzocht (colonoscopie).
Diagnose
Er bestaat een vermoeden van colitis ulcerosa wanneer de patiënt de hierboven beschreven klachten heeft. Om de diagnose colitis ulcerosa te stellen, zal de arts de medische voorgeschiedenis beoordelen en uitgebreid onderzoek doen.
Bij de anamnese vraagt de arts naar de klachten die de patiënt heeft. De arts vraagt naar de duur en de ernst van de klachten.
De arts zal ook andere kenmerken beoordelen die op een ontsteking buiten de darmen (extra-intestinale manifestaties) kunnen wijzen.
Tijdens het lichamelijke onderzoek betast en drukt de arts voorzichtig op de buik (palpatie) en onderzoekt hij de endeldarm.
Er worden laboratoriumonderzoeken uitgevoerd om extra informatie te verzamelen. Het gaat om algemene bloedonderzoeken en tests op ontstekingswaarden zoals C-reactief proteïne (CRP). Er kan ook een analyse van de darmbacteriën nodig zijn. Deze tests kunnen worden gecombineerd met andere tests, zoals de bezinkingssnelheid van de rode bloedcellen (ESR) om informatie over de ernst van de ontsteking te verzamelen. De artsen testen ook vaak een klein beetje van de ontlasting om de waarde vancalprotectine te meten. Daarnaast kan ook het bloedserum op auto-antilichamen worden getest.
Bij het lichamelijke onderzoek wordt ook gevraagd naar mogelijke extra-intestinale manifestaties of extra-intestinale problemen (zoals galstenen, nierstenen of osteoporose).
Het lichamelijke onderzoek moet regelmatig worden herhaald om de ontwikkeling van de ziekte en de resultaten van de medicatie te beoordelen.
Als de medische voorgeschiedenis en het lichamelijke onderzoek van de patiënt op colitis ulcerosa wijzen, dan kunnen extra onderzoeken worden gedaan zoals echografie en colonoscopie. Tijdens de colonoscopie kunnen er stukjes weefsel (biopten) worden afgenomen voor microscopisch onderzoek.
In bijzondere gevallen kunnen extra onderzoeken nodig zijn, zoals een radiografie van de buik. De arts kan ook een computertomografie (CT) of beeldvorming met magnetische resonantie (MRI) aanvragen.
Behandeling
De behandeling van colitis ulcerosa hangt af van de ernst van de klachten, van de ernst van de ontsteking en hoe ver de ziekte verspreid is. De behandeling heeft tot doel de ontsteking te verminderen, zodat het slijmvlies zich zo goed mogelijk kan herstellen. De medicatie kan er ook voor zorgen dat de ontsteking niet opnieuw opvlamt terwijl de ziekte in remissie is (behoud van de remissie).
Behandeling met medicatie is de eerste keuze bij colitis ulcerosa. In de richtlijnen voor de behandeling van milde tot matige colitis ulcerosa is een middel uit de groep van aminosalicylaten als eerste aanbevolen. Deze middelen zijn in verschillende vormen beschikbaar, voor inname via de mond of via de anus.
Tijdens een ernstige opvlamming worden ook ontstekingsremmers (corticosteroïden) aanbevolen om de ontsteking snel te verminderen en de darmen de kans te geven om naar een periode zonder klachten terug te keren (inductie van remissie). Ook deze middelen zijn in verschillende vormen beschikbaar, voor inname via de mond of via de anus.
Als aminosalicylaten en corticosteroïden de klachten niet kunnen verminderen, dan kan andere medicatie worden gebruikt die de activiteit van het afweersysteem remt (immunosuppressiva) of die specifieke signaalmoleculen uitschakelen die de ontsteking in de hand werken (biologische medicatie).
Ook na het verdwijnen van de klachten moeten de patiënten de medicatie blijven innemen om het geslaagde resultaat van de behandeling zo lang mogelijk in stand te houden (onderhoudstherapie).
Hoewel er geen dieet voor ontstekingsziektes aan de darmen bestaat, speelt voeding een belangrijke rol bij de ziekte. Veel patiënten zijn ondervoed als gevolg van hun verminderde eetlust, diarree en gewichtsverlies, of lijden aan ernstige tekorten aan vitamines en mineralen. Het kan nodig zijn voedingssupplementen te gebruiken om mogelijke voedingstekorten op te vangen.
Zelfs zonder voedingstekorten wordt een gebalanceerd dieet met licht verteerbaar voedsel geadviseerd voor alle patiënten met colitis ulcerosa. Voedsel dat slecht verteerbaar is, kan beter niet worden gegeten (bijvoorbeeld voedsel dat een opgezette buik en gasvorming veroorzaakt). Het bijhouden van een voedingsdagboek kan nuttig zijn.
Ongeveer driekwart van alle patiënten met colitis ulcerosa kan met succes met medicatie worden behandeld. Sommige patiënten reageren alleen niet voldoende op de hier beschreven medicatie en bereiken nooit remissie. In die gevallen kan een operatie, meestal de verwijdering van de volledige dikke darm (colectomie), een optie zijn.
Tijdens deze operatie wordt meestal een zakje (pouch) gevormd uit lussen van de dunne darm, als vervanging van de endeldarm. De pouch wordt met de anus verbonden, zodat de patiënt geen kunstmatige anus (stoma) nodig heeft om zich te ontlasten. Er kan wel een tijdelijke stoma nodig zijn tijdens het herstel na de operatie. Deze stoma wordt dan bij een tweede operatie gesloten.
Indien een ontstekingsziekte aan de darmen voedingstekorten of ondervoeding veroorzaakt, kunnen vitamine- en mineralensupplementen noodzakelijk zijn (zie ’Dieet’).
Zoals bijna alle chronische ziekten kan colitis ulcerosa een grote psychologische belasting vormen, zeker als een stoma nodig is. Speciale ondersteuning, zoals psychotherapie, kunnen helpen bij het omgaan met de ziekte. Veel patiënten vinden het nuttig om in zelfhulpgroepen of op andere platformen andere patiënten met colitis ulcerosa te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.
Vooruitzichten en prognose
Colitis ulcerosa doet zich meestal voor in golven, met een afwisseling van opvlammingen of perioden van acute ontsteking en perioden zonder klachten. De meeste patiënten kunnen met behulp van goede medicatie de acute opvlammingen met succes verminderen. De ziekte kan niet worden genezen, dus er bestaat een mogelijkheid dat de ontsteking opnieuw zal opvlammen. Daarom is het belangrijk dat patiënten medicatie blijven nemen, ook wanneer er geen opvlamming is (onderhoudstherapie). De chirurgische verwijdering van de dikke darm betekent voor de meeste patiënten een grote verbetering van de levenskwaliteit, ondanks de mogelijkheid van een ontsteking van de pouch aan het uiteinde van de dunne darm (pouchitis).
De ontwikkeling van de ziekte kan niet bij een individuele patiënt voorspeld worden; dat vereist een observatie op lange termijn.
Een ander probleem om rekening mee te houden is het risico op dikke darmkanker, welke groter is bij patiënten met colitis ulcerosa. Het doen van regelmatig onderzoek is daarom extra belangrijk bij deze patiënten. Op deze manier kan kanker in een vroeg stadium opgespoord en behandeld worden.